Geschiedenis

Al bewoning in prehistorie

De oudste sporen van bewoning in Temse gaan terug tot de prehistorie, meer bepaald tot de steentijd in 11 000-9 500 vóór Christus. Overblijfselen uit 1 500 jaar vóór Christus en uit de Gallo-Romeinse periode zijn in onze streek teruggevonden. Je kan historische vondsten en voorwerpen bezichtigen in het Gemeentemuseum.

Heilige Amelberga 690-772

Temse is de oudste parochie van het Waasland. Al in 770 was er een bidplaats dankzij de Heilige Amelberga. Zij liet een kerkje bouwen op haar grondeigendom in onze streek uit dankbaarheid voor haar ontsnapping uit de handen van Karel Martel die haar tot een huwelijk wilde dwingen. Volgens de legende stak zij de Schelde over op de rug van een steur. Haar bidplaats groeide uit tot de majestueuze Onze-Lieve-Vrouwekerk op de Markt.

Sint-Amelberga leeft voort in Temse als onze patroonheilige en in de vele beelden in onze gemeente, zoals in de gevel van het oud-gemeentehuis op de Markt en de O.L.V.-kerk. In het Vlietpark zie je haar standbeeld door Karel Aubroeck. De Temsenaars eren haar nog altijd tijdens de Wegom, de voetbedevaart van 23 km die driemaal per jaar plaatsvindt.

Sint-Pietersabdij Gent 864-1491

In 772 overleed de H. Amelberga. Ze werd begraven in haar kerkje. Temses grondgebied viel na haar dood in handen van de Koning van Frankrijk en later van de Graaf van Vlaanderen. Hij schonk Temse in 864 aan de Sint-Pietersabdij van Gent. Deze abdij stuurde een riddervoogd naar onze gebieden als beheerder. Ook liet de abdij het stoffelijk overschot van Amelberga opgraven en overbrengen naar Gent. In de vloer van onze dekenale kerk is nog een gedenksteen te zien die naar haar vroegere begraafplaats verwijst.

Roeland Lefèvre en opvolgers 1491-1793

In 1491 kocht ridder Roeland Lefèvre de burcht en de heerlijkheid van Temse, gekend als de Arcques en Herkenstein, van de Sint-Pietersabdij. Zo werd hij onze eerste wereldlijke heer. Zijn opvolgers stonden in voor het beheer tot aan de Franse Revolutie in 1793. Zij lieten ook de oude waterburcht uit de 12de eeuw afbreken in 1782 en een nieuw kasteel bouwen in de nabije omgeving.

In de Onze-Lieve-Vrouwekerk zie je het praalgraf van Roeland Lefèvre en zijn echtgenote Hadewigis van Heemstede uit 1515. 

Kasteel van Temse 1787-1965

In de plaats van de burcht kwam eind 18de eeuw een kasteel in classicistische stijl. Het situeerde zich in het Scheldepark in de Kasteelstraat, waar nu het zwembad staat. De bekendste kasteelbewoner was de familie Janssens de Varebeke. In de 20ste eeuw raakte het kasteel zodanig in verval dat renoveren onhaalbaar bleek. In 1965 verdween het kasteel onder de sloophamer. De gemeente liet er een zwembad bouwen.
De toegangspoort (hek) van het vroegere kasteel zie je nu nog in het Scheldepark.

Geïndustrialiseerde gemeente

Tot de 18de eeuw deden de Temsenaars vooral aan landbouw. Daarna verdienden meer en meer inwoners hun brood met huisnijverheden zoals mandenmakerij en klompenmakerij. Op en rond de Markt ontstonden azijnbrouwerijen.

Vanaf de 19de eeuw kende de textielnijverheid een grote bloei. De weverijen, spinnerijen, zeildoekfabriek… verdwenen één voor één na de Tweede Wereldoorlog.

De ligging aan de Schelde zorgde niet alleen voor ontsluiting maar ook voor havenbedrijvigheid en scheepsbouwmogelijkheden.

De bekendste havenarbeiders van vóór de Tweede Wereldoorlog zijn ‘de kaailopers’. Zij waren volksfiguren die door hun spraakmakende levensstijl en weddenschappen in cafés in heel het dorp gekend waren en dan vooral bij hun bijnamen: Den Bruine, De Mekker, De Schele Wringer enz. Omdat ze op de kaai werkten, vertier zochten en soms overnachtten, kregen zij de groepsnaam ‘kaailopers’. Temse vereeuwigde hen in de beeldengroep ‘De Kaailopers’ op de Wilfordkaai in 1991. Onze gemeente heeft nu nog een havenbedrijf: Belgomine.

In 1829 richtte Bernard Boel in Temse een scheepsbouwbedrijf op. Dit groeide uit tot de wereldberoemde Boelwerf met meer dan 3 500 werknemers op haar hoogtepunt. De middelgrote scheepswerf profileerde zich internationaal door de constructie van grote metalen vrachtschepen, tankers, ferry’s en fregatten en industriële installaties zoals drijvende dokken en boorplatform (Yatzy), sluisdeuren en opslagtanks. Door de internationale scheepsbouwcrisis in de jaren 80 en de grote concurrentie van Aziatische werven kreeg de scheepsbouw in België het moeilijk. In 1992 ging de Boelwerf voor de eerste keer failliet. Na het heropstarten onder de naam NV Boelwerf Vlaanderen sloot de werf definitief de deuren op 30 november 1994.

De ex-Boelwerfterreinen van meer dan 80 ha vormen nu site De Zaat met een woonzone van 40 ha en een industriezone van 40 ha. Het Gemeentebestuur kocht het vroegere kantoorgebouw van de Boelwerf, liet het strippen en ombouwen tot het Administratief Centrum AC De Zaat voor het onderbrengen van de gemeentelijke diensten in juni 2006. Het gemeentehuis op de Markt was namelijk te klein geworden.

Scheepsmaquettes en foto’s van de Boelwerf zijn te bezichtigen in AC De Zaat.
De vereniging Op Stoapel vzw waakt mee over het scheepsbouwerfgoed.

Onze gemeente heeft nog een tweede en grotere industriezone: T.T.S., de afkorting van ‘Tielrode, Temse, Sint-Niklaas’. Beheerder is de intercommunale Interwaas.

Naar top